Diagnostiek van frontotemporale dementie in de psychiatrische praktijk: handvatten en valkuilen
Welmoed.A. Krudop, Flora Toribia Gossink, Everhard G.B. Vijverberg, Cora.J. Kerssens, Niels D. Prins, Siegfrid Schouws, Annemiek Dols, Yolande A.L. Pijnenburg
Deze maand staat ons artikel over frontotemporale dementie in de psychiatrische praktijk in het Tijdschrift voor Psychiatrie. Oorspronkelijk werd de diagnose vaak gemist, maar door toenemende bekendheid met de aandoening groeit ook het risico op onterecht stellen van de diagnose. Multidisciplinaire diagnostiek door een psychiater, neuroloog en neuropsycholoog is essentieel.
De gedragsvariant van frontotemporale dementie (gvFTD) vertoont sterke klinische overeenkomsten met primair psychiatrische aandoeningen. Ook komt een op gvFTD gelijkend beeld voor, zonder dat er sprake is van neurodege- neratie.
Psychiaters handvatten bieden voor het stellen of uitsluiten van de diagnose gvFTD.
Beschrijven van de resultaten van de eerste prospectieve cohortstudie waarbij we patiënten met gvFTD en patiën- ten met primair psychiatrische aandoeningen gezamenlijk includeren en direct vergelijken. Deze resultaten worden bediscussieerd in het licht van internationale wetenschappelijke ontwikkelingen.
Bij vermoeden van gvFTD is evidente frontotemporale atrofie bevestigend voor de diagnose. Louter aanwezigheid van de klinische criteria, al dan niet met afwijkingen op functionele beeldvorming, kunnen ook bij primair psychiatri- sche stoornissen of het FTD-fenokopiesyndroom voorkomen. Een hoge mate van stereotypie, hyperoraliteit, weinig depressieve kenmerken, een gestoorde sociale cognitie en ontbrekende lijdensdruk vergroten de kans op gvFTD. Bij twijfel zijn biomarker- en genetisch onderzoek en follow-up geïndiceerd.
Een gvFTD-diagnose dient multidisciplinair gesteld te worden. Bij het ontbreken van atrofie of genetische etiologie is grote terughoudendheid geboden in het stellen van gvFTD.
Lees hier het hele artikel.
foto: Welmoed Krudop.
Reactie plaatsen
Reacties